Het Pand

Het landhuis werd in 1868 gebouwd in opdracht van Notaris H. A. Spandaw. Het telt zo’n 13 kamers en is meer dan 410m2 groot. Het pand bevat nu onder andere de literaire bibliotheek van C.O. Jellema, de groene bibliotheek van K.T. Noordhuis, een inloop notariskluis uit 1912, een tuinkamer met wandschilderingen van Pieter Pander en een vleugelkamer. In de jaren 1912-1913 is er ingrijpend verbouwd, een groot deel van het pand is sindsdien onveranderd.

De originele architect van Oosterhouw is onbekend - mogelijk zijn de bouwtekeningen verloren gegaan. Wel zijn er blauwdrukken gevonden van een verbouwing in 1912-1913. Bij die verbouwing is waarschijnlijk de dakconstructie veranderd, het koetshuis uitgebouwd in Zwitserse chaletstijl en zijn er veel Art Nouveau elementen aangebracht zoals beschilderde plafonds en glas-in-lood ramen. Ook werden er, voor die tijd, luxe moderne uitbreidingen zoals centrale verwarming aangebracht. Een groot deel van het interieur is nog origineel uit de tijd van de bouw of stamt uit de periode van deze grote verbouwing.

Sinds de bouw is Oosterhouw meer dan 25 jaar per eigenaar in bezit geweest. Daardoor zijn er slechts een handvol eerdere bewoners. Het heeft eerst bijna 100 jaar dienst gedaan als notariskantoor en woning, daarna als dokterspraktijk en vervolgens als woning en buitenplaats.

In de tijd van de bouw was een tuin met exotische planten een echt statussymbool. Daarom werd er naast het Landhuis een bijzondere landschapstuin (ook wel slingertuin) aangelegd, met indrukwekkende bomen zoals de Witte Paardenkastanje, Goud-es, en Treurbeuk. Deze bomen zijn inmiddels meer dan 150 jaar oud en geven een blik op de rijke tuintraditie van toen.

De Parktuin heeft door de jaren heen veel veranderingen doorgemaakt. Het is onder andere als houtplantage en schapenweide geweest voordat het de vorm kreeg die je vandaag de dag ziet. Deze veranderingen maken de Parktuin tot een levendige getuige van de tuin- en landschapsgeschiedenis.

In de jaren ‘90, nadat de tuin decennialang verwaarloosd was geweest, besloot Klaas T. Noordhuis de tuin te herstellen. Hij ontwierp de prachtige Parktuin om de slingertuin heen, waardoor de tuin en het huis elkaar versterken; de Parktuin kent namelijk vier stijlen, die allen bij de bouwperiode van het Landhuis aansluiten. Hij legde de tuin aan met enkel cultivars al voorkwamen tijdens de bouw van het Oosterhouw. Dat maakt de Parktuin tot een erg bijzonder beleefbare tuin- en landschapsgeschiedenis. Zoals Klaas het zelf omschreef; ‘een ode aan drie eeuwen tuinkunst.’ 


De Indeling van de Parktuin

De Parktuin bestaat uit vier verschillende tuinstijlen:

Voortuin: Begin je verkenning in de Voortuin, een schitterend voorbeeld van een 19e-eeuwse Renaissance-tuin. Deze ruimte laat je de verfijning en elegantie van die tijd ervaren.

Landschapstuin: Achter het Landhuis Oosterhouw vind je de Landschapstuin. Deze tuin heeft een natuurlijke, ontspannen uitstraling en biedt een rustige plek om te genieten van de omgeving.

Architectonische Tuin: In de Architectonische Tuin komen moderne en klassieke ontwerpen samen. Dit gedeelte heeft bijzondere elementen zoals het Kruidenbed, de Uitkijkpost en de Oranjerie. 

Japans Romantisch Bos: Achter de Architectonische tuin ligt het Japans Romantische Bos. Het bos is rijk aan inheemse soorten en het heeft daarnaast verschillende Japanse invloeden. 

De literaire bibliotheek met de boekencollectie van C.O. Jellema

De Tuinkamer met wandschilderingen van Pieter Pander

 

De toekomstige Stijlkamer als 19e-eeuwse Salon.

De achtergevel met de zichtlijn dwars door het huis.